Details
Call Sign: PH-ECJ
Fabrikant: Airbus Helicopters
Model: EC130B4
Datum: zondag 27 juni 2010
Tijd (UTC): 17:12u
Locatie: Maasvlakte, Rotterdam
Vluchtfase: Vlucht
Oorzaak:
- Onbekend
Slachtoffers
Bemanning (Gedood): 1
Passagiers (Gedood): 3
Passagiers (Gekwetst): 1
zwaar gekwetst
Omschrijving
Zondag 27 juni 2010 maakte de helikopter met registratie PH-ECJ een fotovlucht boven de Maasvlakte waar een wielerronde werd gehouden. Aan boord waren de piloot, drie fotografen en een medewerker van de organisatie.
Uit het onderzoek blijkt dat de helikopter plotseling een snel draaiende beweging (rotatie) maakte, die vervolgens niet werd gestopt waarna de helikopter in een snelle daling terechtkwam.
Het rapport geeft twee mogelijke verklaringen voor het initiëren van de rotatie, die uiteindelijk tot de crash heeft geleid. De eerste mogelijkheid is dat een besturingsmanoeuvre van de piloot de rotatie heeft ingeleid. Een andere mogelijkheid is dat de snelle rotatie is ingeleid of versterkt door de passagier op de plaats van de tweede piloot.
De helikopter was namelijk uitgerust met een dubbele bediening, één voor de piloot die linksvoor zat en een bediening voor de middelste stoel, waar tijdens deze vlucht een passagier zat. De Onderzoeksraad houdt rekening met de mogelijkheid dat deze passagier met zijn voeten de pedalen heeft
geraakt waardoor de rotatie is ingezet of versterkt, of dat er tijdens de draai een losliggend voorwerp onder de pedalen terecht is gekomen.
Dat de rotatie niet werd gestopt en de helikopter in een snelle daling terechtkwam, is mogelijk veroorzaakt doordat de helikopter daarna ineen zogeheten ‘vortex ring state’ terecht kwam. Dat is een situatie waarbij de hoofdrotorbladen van een helikopter in turbulente lucht , die door de rotorbladen zelf is opgewekt, terechtkomen en daardoor aan draagkracht verliezen. Het gevolg is dat de daalsnelheid van de helikopter in een dergelijke situatie zal toenemen en de helikopter onbestuurbaar wordt.
Doordat de helikoptervlucht op het moment van het voorval op lage hoogte en in standvlucht (hover) werd uitgevoerd, was er onvoldoende tijd om de ontstane situatie te corrigeren.
Volgens de voorschriften is het niet toegestaan dat er tijdens de vlucht passagiers in de cockpit aanwezig zijn, tenzij de dubbele bediening is verwijderd. Deze voorschriften zijn echter alleen van toepassing op commercieel luchtvervoer met burgerhelikopters. De voorschriften zijn niet van toepassing op vluchten die onder de categorie ‘aerial work’ vallen. Een vlucht ten behoeve van foto- en filmopnamen valt onder ‘aerial work’.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid doet daarom de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu de aanbeveling om via de European Aviation Safety Agency (EASA) te bewerkstelligen dat de regelgeving met betrekking tot het verwijderen van stuurorganen tijdens ‘aerial work’ in overeenstemming wordt gebracht
met de regelgeving voor commercieel vervoer’.
Het onderzoek heeft onder meer vanwege aanvullend technisch onderzoek meer tijd in beslag genomen dan gebruikelijk
Conclusie
Oorzaak helikoptercrash Maasvlakte niet met zekerheid vastgesteld. Het is niet mogelijk de oorzaak van de helikoptercrash van 27 juni 2010 op de Maasvlakte met zekerheid vast te stellen.
Dat staat in het rapport ‘Helikopter verongelukt tijdens fotovlucht’, dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid vandaag heeft gepubliceerd. Vier inzittenden zijn als gevolg van het ongeluk overleden en een vijfde inzittende raakte ernstig gewond.
De Onderzoeksraad acht een technische of medische oorzaak onwaarschijnlijk.