Bezig met laden...

Logboek

25 jaar helikoptertraining voor NL piloten op Fort Hood, US

25 jaar helikoptertraining voor NL piloten op Fort Hood, US

Sinds 25 jaar krijgen de Nederlandse piloten hun helikoptertraining op Fort Hood, US, tijd voor een terugblik.   

De oneindige mogelijkheden bij de US Army in Texas

Om na decennia onbewapend helikopteroptreden te leren hoe je met zwaar bewapende Apaches moet optreden, vertrekt in 1996 een groep luchtmachters voor tien maanden naar Fort Hood in Texas. Daar wordt de basis gelegd van de Nederlandse Apache-operaties van de afgelopen 25 jaar. En al net zo lang is een KLu-detachement – sinds 2013 302 Squadron genaamd – vaste gast op de US Army base in Texas.

Fort Hood is een belangrijke plek voor het US Army helikopteroptreden. Daarom strijken daar in 1996 ook Nederlandse vliegers en technici neer om te leren opereren met de Apache. Vanaf januari 1997 gaan zij het 301 Squadron vormen op Gilze-Rijen. Onder hen de dan nog toekomstige commandant majoor Theo ten Haaf. Volgens hem zijn er vier redenen om naar deze plek te komen. “In de eerste plaats omdat hier goed wordt lesgegeven, ten tweede heeft het concept van de training van 21st Cavalry Combat Aviation Training Brigade (CAT-B, red.) zich bewezen.” Als derde noemt de inmiddels generaal-majoor b.d. de ervaring die de US Army dan al heeft met de Apache en tot slot de uitstekende trainingsmogelijkheden in een weids gebied.

Zonder CAT-B hadden we de overstap naar de Apache niet kunnen maken, is de mening van Ten Haaf. “We kwamen van lichte verkenningshelikopters die bewapend waren met de browning, ons persoonlijke wapen”, zegt hij voor de grap. “Maar serieus; leren vliegen is één ding, maar met het toestel opereren als wapensysteem is iets compleet anders. Daarvoor kon en kun je geen betere plek bedenken dan Fort Hood.”

 

Permanent
Nederland draait daar mee in het US Army Unit Training Program (UTP), waarmee ook Amerikaanse Apache-eenheden worden getraind. “We hadden helemaal niets toen we daar kwamen”, vervolgt Ten Haaf. “Daar legden we de basis voor onze 'Apache Standard Operating Procedures' en doctrine. Amerikaanse versies waren onze basis, maar wij hebben veel minder helikopters dan de US Army. Dus moesten en moeten wij anders werken; flexibeler zijn met de inzet van de helikopters.”

Na de goeie ervaring in 1996, bepaalt de luchtmacht dat ze niet zonder deze training en ondersteuning op Fort Hood kunnen. Daarom wordt een permanent verblijf opgezet, het 'Netherlands Apache Training Detachement' (NATD). En daar waar andere landen ook gebruik maken van de mogelijkheden van Hood, gaan die weer weg. Alleen Nederland mag blijven en zit er al 25 jaar.

 

Squadronstatus
“Eigenlijk zijn wij een continu verbeterend programma waar geen opleiding stilstaat”, vindt de huidige Commandant 302 Squadron luitenant-kolonel Martin ’t Jong. “Dat geldt niet alleen voor de Apache, maar ook de Chinook die sinds 2011 bij ons vliegt en niet te vergeten 11 Luchtmobiele Brigade die hier veel traint.”

Met die toevoeging wordt het NATD het Joint Netherlands Training Detachement (JNTD) dat vervolgens op 25 november 2013 de squadronstatus krijgt. Commandant Luchtstrijdkrachten (C-LSK) luitenant-generaal Sander Schnitger benoemt de eenheid tot 302 Squadron en draagt de verantwoordelijkheid over aan de Commandant Defensie Helikopter Commando (DHC) commodore Jan-Willem Westerbeek. 302 Squadron telt in 2021 263 man, van wie ruim 30 Nederlanders en de rest personeel van de US Army, Amerikaanse overheid en vooral commerciële contractors.

 

Baby pilots
’t Jong geeft aan dat de kracht van zijn eenheid niet alleen in de gemotiveerde Nederlandse militairen zit – je verhuist niet zomaar voor je werk – maar vooral ook in die groep contractors. Allen komen uit actieve US-Army dienst, sommigen pas net. “Zij hebben een dubbel voordeel; ten eerste hebben ze recentere uitzendervaring die wij missen. Maar ook hebben ze ervaring op de laatste modellen, de Chinook CAAS en Apache AH-64 'E'cho, voordat ze uit dienst gingen en contractor werden.”

Er zijn er ook die al bijna 25 jaar de Nederlanders ondersteunen zoals Chris Johnson. In 1996 nog soldaat, nu al negentien jaar contractor. “Hij weet alles”, kenschetst ’t Jong hem. Naast het delen van een bak ervaring, vindt Chris de leercurve van de ‘baby pilots’ het mooiste. “Helemaal nieuw en onbevangen komen ze binnen, zie ik ze groeien met de jaren en nu zijn het commandanten en beslissingsnemers. Het geeft me kippenvel als ik eraan denk.”

 

Benelux
Fort Hood is een van de grootste defensie-installaties in de Verenigde Staten waar je de hele week dag en nacht mag vliegen en alle wapensystemen mag gebruiken. En of Fort Hood zelf nog niet groot genoeg is, ernaast ligt de zogeheten Western Training Area (WTA). Een dunbevolkt gebied (400.000 inwoners), formaatje Benelux, met overwegend boerenbedrijven. Die maken er geen probleem van als de helikopters hun land gebruiken. Sterker nog, zoals een van de locals aangeeft: “Ik heb zelf niet gediend. Mijn land beschikbaar stellen voor wie dat wel doet, is mijn manier om wat terug te doen. Of het nou voor Amerikanen is, of voor landen die met ons trainen en vechten.”

“Zo ontstaat er niet alleen een hechte band tussen de Nederlanders en de US Army op Fort Hood, maar juist ook met de bewoners in de WTA”, onderstreept Emco Jellema. Tegenwoordig is hij als Force Modernisation Contractor in civiele dienst, maar was als militair al commandant van het NATD en het JNTD en bovendien in 1996 al aanwezig op Fort Hood.

“De band met de Amerikanen was hier al goed. Maar wat de relatie verder versterkt heeft, zijn de onderlinge ondersteuningsacties zoals onze blusacties in 2018. Delen van de range stonden in brand en 302 had als enige met de Chinooks de mogelijkheid om Bambi Buckets in te zetten, tot grote opluchting en dankbaarheid van de Amerikanen.”

 

Geluidsklachten
Naast formele Amerikaans-Nederlandse samenwerking noemt Jellema juist de informele contacten als belangrijkste. “We gebruiken ranches in de WTA. Niet gelogen, ze vechten er haast om de Nederlanders op hun terrein te laten trainen. Ze zijn patriottistisch, dragen de militairen een warm hart toe; niet alleen de Amerikanen, maar ook de Nederlanders hebben ze omarmd. Voorbeeld: heel Fort Hood ontvangt per jaar slechts tien tot vijftien geluidsklachten.”

“Het was niet altijd makkelijk”, reflecteert Ten Haaf. “Zeker in het begin was het soms behoorlijk schakelen voor ervaren personeel, dat nu compleet onervaren met de Apache ging werken. Ik hanteerde als slogan ‘accomplish the mission and take care of your soldiers’. Zo zijn we steeds beter geworden.”

“Wat we hier hebben neergezet, was niet mogelijk geweest zonder de gasteenheden op Fort Hood en de omgeving”, besluit ’t Jong. “Daarvoor mogen we als Nederland erg dankbaar zijn. Een uniek programma in een unieke setting, met een ongelofelijk rendement.”

 

Dit artikel verscheen eerst in de december 2021 editie van "De Vliegende Hollander" (klik hier voor het ganse magazine)

  • Bronvermelding: De Vliegende Hollander - editie 12/2021 (overname met toestemming)
  • Tekst: Arno Marchand
  • Foto's: sergeant Jasper Verolme,   
  • Copyrights: Ministerie van Defensie (NL) - met onze dank voor de medewerking

 

Voor de fly-by bij een Formule 1-wedstrijd word je niet zomaar gevraagd. Het Squadron 302 viel die eer al drie keer te beurt bij de F1-wedstrijd in het naburige Austin: in 2016, 2018 en 2021. ’t Jong: “Het voelt als iets kunnen terugdoen, als dankzegging.” Nog eens meebeleven hoe dat ging in 2018, bekijk dan onderstaande clip.     Video: Charrel Jalving, montage: Donald Langeweg

Video:
Video afspelen...

0 Reactie(s)

Laat reactie achter....

Uw email adres zal niet gepubliceerd worden, u dient enkel uw reactie te valideren. Verplichte velden worden aangeduid met *