Op 23 januari 2025 is het vonnis in van de rechtbank Den Haag Eerste Aanleg gepubliceerd over de rechtszaak welke Heli Holland had aangespannen tegen de Nederlandse Staat en helikopteroperator Bristow.
De zaak gaat over de uitvoering van SAR (search & rescue) missies per helikopter voor de kust van Nederland en in het Caribisch gebied, waarvoor de Staat na aanbesteding overeenkomsten heeft gesloten met Bristow.
Heli Holland stelt dat Bristow de helikoptertaken niet uitvoert volgens de eisen waaraan volgens de overeenkomsten en de toepasselijke regelgeving moet worden voldaan. Heli Holland wil met deze procedure bereiken dat de overeenkomsten met Bristow worden ontbonden of vernietigd en dat de opdracht voor de uitvoering van de diensten opnieuw wordt aanbesteed, zodat zij kan meedoen aan die nieuwe aanbesteding.
Heli Holland stelt verder dat de Staat onrechtmatig jegens haar handelt en vordert dat voor recht wordt verklaard dat de Staat aansprakelijk is voor schade die
Heli Holland lijdt door kort gezegd het voortzetten door de staat van de overeenkomsten met Bristow.
In een uitvoerig vonnis - welke je hier kunt lezen - stelt de rechtbank dat bij de beoordeling van de zaak het niet alleen gaat om de vraag of Bristow de opdracht uitvoert conform de overeenkomst en de regelgeving, maar ook om de vraag of Heli Holland als dat al zo is in dat verband een vorderingsrecht heeft.
De rechtbank komt op beide punten tot de conclusie dat dat niet zo is en wijst de vorderingen af.
Foto 1 © Wytze Adriaanse - Kustwacht Nederland
Foto 2 credit Bristow persbericht - Kustwacht Curaçao