Op 19 augustus informeerden we over de oefening HOT NL. Het betreft het trainen van brown-out landingen, een zeer gevaarlijke situatie bij het opstijgen en/of landen van een helikopter. We kregen nu de toelating van de redactie van de 'Vliegende Hollander' om hun artikel over deze training over te nemen.
Stofhappen in eigen land
'Een handeling die potentieel levens kan redden'
Onder een nieuw label, Hot NL, is er in no time een aangepaste training voor helikopterbemanningen en grondeenheden opgetuigd. Gewoon, in eigen land. Door COVID-maatregelen kon Hot Blade dit jaar niet plaatsvinden op de gebruikelijke locaties in Zuid-Europa. "We moeten creatief zijn."
Tijdens de 2-jaarlijkse oefening staan het trainen van brown out-landingen centraal. Daarvoor zijn in Zuid-Europa de condities warmte en zand/stof optimaal. “Maar het was onverantwoord om met z’n allen die kant op te gaan”, zegt luitenant-kolonel Jorik ter Veer. “Daar hebben we als oefenleiding even flink van gebaald, dat mag je best weten.” De commandant van 300 Squadron en ervaren Cougar-vlieger, heeft zelf tal van brown out-landingen gemaakt; zowel in woestijngebied als in eigen land. “Het is en blijft een van de meest risicovolle operaties. Het venijn zit ‘m in dat laatste moment dat die wolk voorbij je helikopter trekt en je je zicht verliest.”
Kapitein Joeri (37) - Vlieger Cougar, 300 Squadron
“In de 6 jaar dat ik nu op de Cougar vlieg, heb ik de oefening Hot Blade nooit meegemaakt. Het is er door allerlei omstandigheden gewoon nog niet van gekomen. Extra bijzonder dus om er nu een keer bij te zijn. Tijdens de opleiding oefen je wel op brown outs, maar je moet de procedure regelmatig blijven trainen. Jammer dat het dit jaar niet in Portugal of Spanje kan. Daar zijn de oefencondities ideaal. Maar ach, niets aan te doen. Het kan hier in Nederland ook goed zijn hoor. We moeten gewoon een beetje geluk hebben met het weer.
Als piloot focus ik vooral op het maken van een perfecte 0-0 landing; je wil met 0 hoogte en 0 snelheid neerkomen. Tegelijkertijd wil je zo lang mogelijk voor die stofwolk uitblijven, dus vaart maken. Maar kom je te hard neer dan graven de wielen zich in en kan het toestel gaan kantelen. Dan heb je nog de factor van het gewicht; nemen we grondtroepen mee dan is het toestel zwaarder en staat het neusje wat omhoog. Dat verhoogt het risico dat de staart tijdens de landing de grond raakt. Zo zijn er tal van dingen waarop je moet letten. En dat alles met verminderd zicht. Het is en blijft een lastige procedure.”
Dubbele beslissing
Vanwege de coronabeperkingen maakte het 300 Squadron samen met 298 en de infanteristen van 11e Luchtmobiele Brigade een nieuw plan. “We besloten de oefening, weliswaar met wat aanpassingen, in eigen land gewoon door te laten gaan”, vertelt de overste. ‘Omdenken; dit is nu the next best thing’
Een dubbele beslissing met aan de ene kant natuurlijk tal van voordelen. Alle spullen en mensen zijn bij de hand, logistiek hoeft er minder geregeld te worden en de crew slaapt gewoon lekker thuis. Een welkome luxe in coronatijd, waarin het toch al lastig laveren is tussen werk en privé. Maar aan de andere kant een, toch vrij belangrijk punt: voor het creëren van stofwolken is droogte en warmte nodig. 2 variabelen waar we in ons land precies níet van uit kunnen gaan.
Ter Veer: “Natuurlijk zitten we het liefst in het buitenland, omdat daar de condities beter zijn, maar dit is nu the next best thing. We moeten gewoon omdenken en er wat moois van maken. Ieder stukje dat we hier aan trainingswaarde uithalen, is mooi meegenomen.”
Sergeant Melvin (33) - Loadmaster Chinook, 298 Squadron
“Het principe van de brown out is in een Chinook hetzelfde als in een Cougar, maar vanwege het zwaardere toestel heb je vaak te maken met een grotere stofwolk. Deze bouwt zich achteraan op en verplaatst zich steeds verder naar voren, naar gelang je afremt. In het ideale scenario blijf je die wolk voor tot je het toestel neerzet, maar in de praktijk lukt dat haast niet. De wolk is altijd sneller.
Ik heb tijdens mijn werk nog geen extreme brown out meegemaakt, maar je hoort de verhalen natuurlijk wel van ervaren collega’s. Dat schijnt echt heftig te kunnen zijn. Als loadmaster beoordeel je de landingslocatie. Ik schat de risico’s in en stuur alle informatie naar de vlieger. Waar begint de stofwolk, waar bevindt deze zich ten opzichte van de kist? Op een gegeven moment komt die wolk bij de cockpit aan. Het is belangrijk dat de vlieger weet wat hij of zij kan verwachten en dat er mogelijk verminderd zicht kan optreden. Het luistert nauw allemaal. Je vaart letterlijk blind op elkaar
Voor het eerst
Om, ongeacht de weersomstandigheden, toch optimaal te kunnen profiteren van dit trainingsmoment zijn er hier en daar wat extra oefendoelen aan het programma toegevoegd. Onder andere: het samen 'back on track' komen met het ‘normale’ vliegen.
Ter Veer: “We zijn afgelopen maanden met de helikopters wel blijven vliegen hoor. Zo is de Cougar ingezet in het Caraïbisch gebied, hebben de Chinooks en Cougars branden geblust, heeft de NH90 naast fregatondersteuning het patiëntenvervoer op de Waddeneilanden voor een deel overgenomen en bleven de Apaches doortrainen. Maar we hebben niet meer op grotere schaal en gezamenlijk met grondtroepen geoefend. Dit is voor het eerst dat we, sinds het begin van de coronacrisis, samenkomen. Dus dat is hoe dan ook nuttig.”
150 collega’s
Een ander bijzonder aspect aan de oefening: communicatie in coronatijd. Aan HOT NL doen zo’n 150 collega’s mee, maar met z’n allen samenkomen is tegen de richtlijnen. “We moeten creatief zijn in de manier waarop we alles doen”, vindt Ter Veer. “Communicatie vindt nu vooral plaats in hybridevorm; deels persoonlijk, deels digitaal. Het is voor het eerst dat we een oefening op deze manier, op grote schaal aanpakken. In het kader van train as you fight is dit wel een goede. Ook in uitzendgebied moet je op verschillende locaties met elkaar zakendoen. We kunnen hier nu in vredestijd vast aan wennen en er behendig in worden.”
Levens redden
In 2005 gaat het in Afghanistan finaal mis. Bij een laatste poging om in een grote stofwolk te landen komt een Chinook hard neer. Hij rolt om en vliegt in brand. Wonder boven wonder blijft de bemanning ongedeerd, maar het materieel gaat verloren. Landen met verminderd zicht krijgt na het incident een nóg prominentere plek in de training van nieuwe en huidige helikopter crews.
Ter Veer: “Zowel Chinooks als Cougars zijn bedacht om grondeenheden te ondersteunen. Als je niet bij ze kan komen omdat je de landing niet kunt maken, houdt het op. Daarom trainen we dit zo vaak. Het is een handeling die potentieel levens kan redden.”
Dit artikel verscheen in de editie juli/augustus van de "De Vliegende Hollander" (klik hier voor het ganse magazine).
- Copyrights: Ministerie van Defensie - Bronvermelding: De Vliegende Hollander - editie 07/08-2020 (overname met toestemming- met onze dank)
- Tekst: ritmeester Charlotte Snel
- Foto's: sergeant Cynthia Nijsen
- Video: adjudant Richard Frigge