Met exotische ladingen vliegen boven Hollandse grond
Geduld is in tijden van een pandemie een schone zaak. Zo ook voor de planners van de slingery-oefeningen. Waar er normaal gesproken jaarlijks meermaals door lucht- en landmacht wordt getraind op het slingen van vracht, dateerde het laatste oefenmoment nu alweer van een jaar geleden. Begin maart werd er vol frisse moed met drie heli’s en ijzersterke ‘boots on the ground’ weer tienduizenden kilo’s aan lading de lucht in gehesen.
De koffie pruttelt, ellebooggroetjes worden enthousiast uitgewisseld: het weerzien op Vliegbasis Deelen is warm. Ruim honderd lucht- en landmachters kwamen op het militaire oefenterrein bijeen om, hetzij in iets kleinere opzet dan normaal, weer eens ‘ouderwets’ een slingery-oefening te draaien.
Vier militairen vertellen over hun rol in dit bijzondere, maar bovenal spectaculaire schouwspel:
Sergeant-majoor Sebastiaan Hoek, Pick up Zone Coördinator, 11 Bevoorradingscompagnie (BEVO), 11 Luchtmobiele Brigade
“Voor deze functie moet je wel een soort beroepsautist zijn. Je moet van lijstjes houden, van orde en netheid. Staand vrije hand dingen bedenken werkt niet. Het gaat om procedures. Als je dingen overslaat, ga je iets missen. En dat ene dingetje kan resulteren in een groot veiligheidsrisico.
Als Pick Up Zone Coördinator organiseer ik letterlijk de hele pick up zone. Met mijn team verken ik de locatie; past alles, hoe gaan we het inrichten. We verzinnen de lay-out en ik zorg vervolgens dat het hele proces loopt. Dat gaat echt over álles. Personeel en materieel op de juiste tijd en de juiste plek krijgen, ladingen controleren en wegen; het hele pakket.
De eenheid die wij verplaatsen, is de klant. In het geval van deze oefening is dat het 11 Infanteriebataljon van 11 Luchtmobiele Brigade. Voordat die club aankomt hebben zij de te vervoren lading met hun eigen mensen voorbereid en gecontroleerd. Dat is de eerste controleslag, maar wij doen dat hier opnieuw. Als er in mijn papieren staat dat een van de kettingen 32 schakels bevat dan tellen wij dat na. Dat is geen wantrouwen, maar een verplichting. Mijn eenheid haakt de lading uiteindelijk aan die heli, wij nemen de verantwoording over. Die missende schakel kan ervoor zorgen dat 1 van de 4 lijnen waar die lading aan hangt strakker staat. Dat kan goed gaan, maar het kan er ook in resulteren dat die lijn onderweg knapt. Dat wil je niet.
Ja, mijn functie komt met een grote verantwoordelijkheid, maar ook met veel plezier. Als alles uiteindelijk loopt, de heli’s komen in en iedereen weet wat er van hem of haar verwacht wordt, begint voor mij het grote genieten. Want hoe vaak je zo’n slingery-actie ook ziet, het verveelt nooit.”
Kapitein Sacha, Cougar-vlieger, 300 Squadron
“Het mooie aan de slingery is dat we met meerdere heli’s, bijzondere ladingen én grondtroepen samenwerken. Belangrijk, maar bovenal ook hartstikke leuk. Het was mede door COVID-19 alweer even geleden dat we in deze samenstelling hebben getraind, maar we zitten weer lekker in de flow met z’n allen.
Voor mij als vlieger ligt de focus tijdens de slingery vooral op het monitoren van mijn heli-vermogen. We vragen nogal wat van dat toestel. Een Cougar kan maximaal drieduizend kilo aan vracht slingen, maar als we net getankt hebben dan is de combinatie met zo’n zware lading al snel te veel. De loadmaster maakt super strakke berekeningen: welke lading nemen we mee, hoe lang zijn we aan het vliegen, hoeveel brandstof moeten we daarvoor verbrand hebben. Dat luistert nauw. We zoeken de limieten op en dan vraag je al snel te veel van de motoren, met het risico dat er onderdelen kapotgaan. Als vlieger vertrouw ik blind op mijn loadmaster. Hij is mijn ogen en oren.
Ik heb zelf in Afghanistan in tactische situaties pakketten gedropt. Met een netlading vervoerden we eten, water en munitie naar de special forces in het veld. Het voordeel van deze transportwijze is dat je heel snel spullen kunt afgeven. Het nadeel voor mij als vlieger is dat ik door die zware last minder snel kan vliegen, minder wendbaar en dus kwetsbaarder ben. Dat is een afweging die je per situatie moet maken.
Ik vind het ontzettend leuk om voor de collega’s op de grond opdrachten te vliegen. Ik voel me net een soort kraanmachinist als ik met die zware pakketten door de lucht vlieg. Zeker in combinatie met meerdere heli’s, zoals bij deze oefening. Heel gaaf. Dat geeft wel een machtig en voldaan gevoel.”
Korporaal 1 Bas, Helikopter Handling Instructor (HHI), Mobile Air Operations Team (MAOT)
“Als HHI ben ik eindverantwoordelijk voor alle pakketten die uiteindelijk de lucht in gaan. Eigenlijk overlapt mijn werk met dat van Sebastiaan, alleen is hij het baasje van álles en ik van die ene lane waar tot drie helikopters landen en verschillende rigger-marshallers opereren. Ik houd in de gaten dat de heli’s in de juiste volgorde aankomen en met de juiste lading weer vertrekken. Daarnaast draag ik er zorg voor dat twee collega’s van ons Crisis Actie Team paraat staan om te assisteren waar nodig.
Ik ben de enige die communiceert met de vlieger. Daar zit ook meteen de grootste uitdaging. Bij zo’n operatie zijn allerlei mensen betrokken die soms allemaal nét iets anders willen. Het is aan mij om te luisteren, te filteren en uiteindelijk een duidelijke boodschap te communiceren waarmee de vlieger iets kan.
Samen met een collega werk ik vanuit een voertuig langs de baan. Hij of zij heeft contact met de grondeenheden. Je kunt je voorstellen dat het volle focus is in die wagen, zeker als de heli’s komen invliegen. Dan komt het aan op rust en stressbestendigheid.
Het leukste aan mijn werk vind ik het probleemoplossend werken. Het puzzelen, zoeken naar oplossingen. We werken veel samen met 11 Luchtmobiele Brigade en andere eenheden. Een diverse club, maar met allemaal hetzelfde doel: zo snel mogelijk goederen van punt A naar punt B transporteren. De slingery wordt vrij regelmatig in 'het echt' gebruikt. Collega's van me hebben bijvoorbeeld in Mali voedselpakketten, water, munitie, brandstof en auto-onderdelen voor het Korps Commando Troepen in het voorterrein gedropt. Zoiets hoop ik nog wel eens mee te maken. Daar train je voor, toch?”
Sergeant Felix, Loadmaster Chinook, 298 Squadron
“Het moment dat wij boven de lading hangen heb ik samen met mijn collega-loadmaster honderd procent controle. Wij zijn de ogen en oren van de vlieger. Hij luistert puur naar ons stemgeluid en voert alle input uit. Daar komt aardig wat vertrouwen bij kijken en dat voel je achterin ook wel hoor.
Onze taak begint bij de voorbereiding van de vlucht. We kijken met een kritisch oog naar de ladingen die we krijgen aangeleverd; past dit binnen onze normen, aan welke punten haken we deze aan. Al die informatie berekenen we door. Tevens buigen we ons met collega’s op de grond over het plaatje van de landingzone om te zien hoe deze precies is ingericht. Die samenwerking tussen grond, lucht en de flight crew onderling maakt een operatie als dit supermooi.
Tijdens de slingery-oefening hebben we vaak te maken met exotische ladingen. Dus grotere voertuigen, werktuigen, en deze keer zelfs brugdelen. Daarin zit voor ons een enorme leerwinst. Het gaat niet alleen om het succesvol aanhaken, we houden tevens de veiligheid van de grondtroepen in de gaten en monitoren tijdens de vlucht constant de lading onder de heli om te voorkomen dat deze begint te slingeren. Die verantwoordelijkheid stopt dus niet.
De grootste uitdaging zit ’m voor ons in het slingen bij nacht. Door het gebruik van night vision goggles verdwijnt een groot deel van je gevoel voor contrast en diepte. Dan komt het aan op een stukje ervaring en inschattingsvermogen.
Voor mij als loadmaster is het slingen zeker een van de meest interessante operaties die behalve leerzaam ook gewoon heel gaaf is. Je doet precies waar die heli voor gemaakt is: het tillen van zware of meerdere ladingen. Daar is de Chinook met al z’n brute kracht perfect voor.”
Het artikel "Heisessie: helikopters met underslung " is origineel verschenen in De Vliegende Hollander - wij kregen toestemming om dit over te nemen voor de Helispot lezers.
Copyrights: Ministerie van Defensie - Bronvermelding: De Vliegende Hollander 02/2021
Tekst: kapitein Charotte Snel
Foto’s: sergeant Cinthia Nijssen - sergeant 1 Mike de Graaf